SV | [Zo] zal hij in dien dag [zijn hand] opheffen, zeggende: Ik kan geen heelmeester wezen; er is ook geen brood en geen kleed in mijn huis; zet mij niet tot een overste des volks. |
WLC | יִשָּׂא֩ בַיֹּ֨ום הַה֤וּא ׀ לֵאמֹר֙ לֹא־אֶהְיֶ֣ה חֹבֵ֔שׁ וּבְבֵיתִ֕י אֵ֥ין לֶ֖חֶם וְאֵ֣ין שִׂמְלָ֑ה לֹ֥א תְשִׂימֻ֖נִי קְצִ֥ין עָֽם׃ |
Trans. | yiśśā’ ḇayywōm hahû’ lē’mōr lō’-’ehəyeh ḥōḇēš ûḇəḇêṯî ’ên leḥem wə’ên śiməlâ lō’ ṯəśîmunî qəṣîn ‘ām: |
[Zo] zal hij in dien dag [zijn hand] opheffen, zeggende: Ik kan geen heelmeester wezen; er is ook geen brood en geen kleed in mijn huis; zet mij niet tot een overste des volks.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
[Zo] zal hij in dien dag [zijn hand] opheffen, zeggende: Ik kan geen heelmeester wezen; er is ook geen brood en geen kleed in mijn huis; zet mij niet tot een overste des volks.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!